Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

 

Artikel 62 De hoogte van de vervolguitkering van de WGA-uitkering
1
De vervolguitkering van de WGA-uitkering bedraagt per kalendermaand: G ? H waarbij:
* G staat voor het uitkeringspercentage, bedoeld in artikel 61, zesde lid; en
* H staat voor het minimumloon per maand of het maandloon in het geval het minimumloon per maand hoger is dan het maandloon.
Indien niet over een volledige kalendermaand recht op een uitkering bestaat bedraagt het minimumloon, bedoeld in de eerste zin, de uitkomst van het aantal dagen in de desbetreffende kalendermaand waarover recht op een uitkering bestaat gedeeld door het totaal aantal dagen in de desbetreffende kalendermaand vermenigvuldigd met het minimumloon. Bij het bepalen van het aantal dagen worden de zaterdagen en zondagen buiten beschouwing gelaten.
2
Artikel 61, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
3
De hoogte van de vervolguitkering wordt voor de verzekerde:
a
die na het ontstaan van recht op uitkering op grond van dit hoofdstuk ziek is geworden, en
b
voor wie als gevolg van de toepassing van artikel 43, onderdeel a, onder 1°, geen tweede recht op een uitkering op grond van dit hoofdstuk ontstaat omdat de eerste dag van de wachttijd is gelegen op een dag dat al recht op een uitkering op grond van dit hoofdstuk bestaat of indien op die eerste dag het recht op een dergelijke uitkering herleeft;
gedurende de periode dat, in het geval hij wel recht gehad zou hebben op een loongerelateerde uitkering en alleen in het geval dat de hoogte van de loongerelateerde uitkering hoger zou zijn geweest dan de hoogte van de vervolguitkering zoals die op grond van het eerste en tweede lid is vastgesteld, vastgesteld op de hoogte van die loongerelateerde uitkering.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •